Lettergrootte
A
Gemiddeld
A
Middelgroot
A
Groot

Hans Westgeest volgt Cees Rodenburg op als medisch coördinator EMBRAZE – interview

Na acht jaar is het EMBRAZE Kankernetwerk toe aan een nieuwe stap. Van externe wordt overgestapt naar interne medisch coördinatoren. Internist-oncoloog Hans Westgeest is sinds 1 januari dit jaar het nieuwe ‘oliemannetje’, zoals zijn voorganger Cees Rodenburg de functie omschrijft. De grootste ambitie van Hans is om de benodigde infrastructuur voor een netwerk verder te ontwikkelen, waaronder een oplossing te vinden voor de gegevensuitwisseling tussen ziekenhuizen binnen het netwerk. “Als die uitwisseling goed is geregeld, volgt de rest vanzelf.”


Internist-oncoloog Cees Rodenburg was de afgelopen zes jaar een van de twee medisch coördinatoren van EMBRAZE. “Je probeert de samenwerking tussen alle artsen binnen het netwerk vorm te geven”, licht hij de functie toe. “Samen met de netwerkoncologiecommissie stel je een jaarplan op met doelen die je probeert zo goed mogelijk uit te voeren. Als medisch coördinator woon je de bijeenkomsten van de tumorwerkgroepen bij, waarin de behandelresultaten van de aangesloten ziekenhuizen met elkaar worden vergeleken.”


Coördinatoren
Tot nu toe koos EMBRAZE voor externe coördinatoren. Cees deelde het werk eerst met Anne Roukema en de laatste anderhalve jaar met Peter de Rooij. Peter blijft voorlopig aan, waarna Hans als interne coördinator alleen verder gaat. “Ik werk sinds 1 januari 2015 in Amphia. Vier jaar geleden kwam ik in de oncologiecommissie van het Bredase ziekenhuis, waarvan de laatste twee jaar als voorzitter. Daardoor kwam ik ook in de netwerkoncologiecommissie van EMBRAZE. Ik merkte dat ik zin kreeg om me in een groter gebied bezig te gaan houden met de organisatie van oncologisch zorg. Daarom heb ik gesolliciteerd op deze functie.”

Flinke ontwikkeling
De afgelopen jaren maakte EMBRAZE een flinke ontwikkeling door. De fase van aan elkaar snuffelen en kleine stapjes zetten in de samenwerking is voorbij. “Inmiddels werken we goed samen en wordt er prima onderling gecommuniceerd. Concurrentie wordt meestal niet meer ervaren. We hebben netwerkstandaarden gemaakt, waarin de behandelprotocollen in principe uniform zijn. Ook op het gebied van passende zorg zijn belangrijke stappen gezet. Bij de behandeling van prostaatkanker is bijvoorbeeld afgesproken dat patiënten in het westelijk deel van de regio in Bravis worden geopereerd en in het oostelijk deel in het Jeroen Bosch”, aldus Cees. “Daarnaast zijn afspraken gemaakt over slimme afronding van geneesmiddelen, wat leidt tot kostenbesparing en niet tot minder resultaten. Veel van wat wij al hebben bereikt staat nu ook in het Integraal Zorgakkoord. Het is prettig dat we als netwerk goed voorbereid blijken te zijn op het IZA.”

Gegevensuitwisseling
Ongeveer 11 procent van de kankerpatiënten in Nederland wordt behandeld in het EMBRAZE-gebied. Het netwerk is daardoor een belangrijke speler. De patiënt moet wel meegenomen worden in deze samenwerking. “Voor steeds meer behandelingen komen patiënten in verschillende ziekenhuizen. Dat is geen probleem, als het maar goed geregeld is”, stelt Hans. “Dat kan alleen als de gegevensuitwisseling tussen de ziekenhuizen optimaal is”, vult Cees aan. “Juridisch is het al geregeld. In de praktijk is het nog lastig omdat niet alle ziekenhuizen dezelfde computersystemen gebruiken.” “Mijn ambitie is om aan de slag te gaan met de dataproblemen binnen het netwerk. Als die zijn opgelost, dan zijn de andere problemen makkelijker oplosbaar”, zegt Hans.

Verdere uitdagingen
Het op dezelfde wijze registreren van de patiëntgegevens helpt daarbij. Die uniformering is nog een uitdaging voor EMBRAZE. “Binnen onze regio worden jaarlijks ruim 70.000 patiënten besproken in een multidisciplinair overleg (MDO). Dat verloopt stukken beter als de datastromen hetzelfde zijn”, verwacht Hans. Hij ziet ook een uitdaging op geografisch gebied. “Binnen onze regio ligt Zeeland, dat minder dichtbevolkt is als Rotterdam of Brabant. Als netwerk moeten we goed kijken hoe we de oncologische zorg in Zeeland mee kunnen nemen in de ontwikkelingen.” Cees breekt daarnaast een lans voor het wetenschappelijk onderzoek. “Een onderzoek opstarten gaat makkelijker in netwerkverband. Daarom moet eigenlijk bij elke patiënt in het MDO gekeken worden voor welk onderzoek hij of zij geschikt zou zijn.”

Be good and tell it
De afgelopen jaren is binnen EMBRAZE veel bereikt en daar heeft Cees een belangrijke bijdrage aan geleverd, stelt Hans. “Wat Cees heel goed deed, is wat er goed ging ook goed vertellen. ‘Be good and tell it’, is een van zijn lijfspreuken. Artsen zijn vaak bescheiden als het gaat om het eigen handelen. Maar we mogen er trots op zijn dat ons netwerk heel vaak wordt gevonden door andere partijen. Daar kunnen we de komende jaren op voortborduren.”